De grootste petroleumbedrijven ter wereld voorgesteld

Wanneer we spreken over economische grootmachten, geopolitieke invloeden en miljardenwinsten, dan duiken de petroleumbedrijven vrijwel meteen op in het gesprek. De olie-industrie is al decennialang de motor van wereldwijde ontwikkeling — soms letterlijk, met miljoenen vaten ruwe olie die dagelijks worden omgezet in brandstof, plastic, chemicaliën en tal van andere toepassingen. Maar wie zijn die reuzen die de touwtjes in handen hebben? En hoe zijn ze zo groot geworden?

De grootste petroleumbedrijven ter wereld zijn vaak zó verweven met politieke belangen, staatsinvloed en historische privileges, dat het haast onmogelijk is om ze alleen als gewone bedrijven te beschouwen. Ze zijn eerder internationale machtsblokken, met tentakels die reiken tot in de haarvaten van onze economieën. En nee, ze zitten niet allemaal in Texas.

grootste petroleumbedrijven ter wereld

Saudi Aramco: de koning der oliegiganten

Als er één naam is die steevast bovenaan prijkt wanneer het over de allergrootsten gaat, dan is het wel Saudi Aramco. Dit staatsbedrijf van Saoedi-Arabië is niet alleen het grootste petroleumbedrijf ter wereld qua productie, maar stond in 2019 ook in de schijnwerpers toen het met veel bombarie naar de beurs trok. Die beursgang vestigde meteen een record: het werd het meest waardevolle beursgenoteerde bedrijf ooit.

Aramco produceert dagelijks miljoenen vaten ruwe olie en heeft toegang tot de grootste conventionele oliereserves op aarde. Dankzij de steun van de Saoedische staat — en laat ons eerlijk zijn, de ongeziene lage productiekosten in die regio — kan het bedrijf als geen ander concurreren op prijs en volume.

Wat Aramco echter ook uniek maakt, is de manier waarop het geïntegreerd is in de binnenlandse politiek. De inkomsten van het bedrijf vormen de ruggengraat van de Saoedische begroting. Als Aramco niest, krijgt het land koorts. Er zijn analisten die beweren dat Saoedi-Arabië in wezen gewoon Aramco ís, en alles daarrond een staatsapparaat om die olie te beheren.

ExxonMobil en Chevron: de Amerikaanse zwaargewichten

Wie Texas zegt, zegt olie. En wie olie zegt, kan moeilijk om ExxonMobil en Chevron heen. Deze twee Amerikaanse giganten stammen allebei af van Standard Oil, het legendarische monopolie van John D. Rockefeller, dat begin twintigste eeuw werd opgedeeld door de Amerikaanse overheid. Maar zoals een feniks uit de as herrijst, kwamen er uit dat verbrokkelde imperium toch weer een aantal giganten voort. ExxonMobil is daar het beste voorbeeld van.

ExxonMobil is een mastodont met activiteiten in zowat elk continent. Het bedrijf is actief in exploratie, productie, raffinage en petrochemie. Chevron, de eeuwige rivaal, is misschien iets kleiner, maar speelt een gelijkaardige rol. Beide bedrijven spelen al jaren een prominente rol in de geopolitiek, vaak hand in hand met het Amerikaanse buitenlands beleid. Het is geen toeval dat hun belangen vaak parallel lopen met militaire of diplomatieke missies.

Wat ik zelf altijd frappant vind, is hoe deze bedrijven erin slagen zichzelf te heruitvinden. Ondanks alle kritiek, schandalen en fluctuaties in de olieprijs, blijven ze miljardenwinsten boeken. Hun investeringen in schaliegas, deepwater drilling en recent ook in “low-carbon solutions” tonen een soort Darwinistische overlevingsdrang. Of dat louter window dressing is of een oprechte koerswijziging, daarover mogen de meningen gerust verschillen.

CNPC en Sinopec: China’s energiedraken

In de schaduw van de Amerikaanse en Saoedische giganten zijn er twee Chinese staatsbedrijven die in absolute cijfers niet moeten onderdoen: China National Petroleum Corporation (CNPC) en Sinopec. Deze mastodonten zijn de motoren achter China’s energiehonger, en ze krijgen daarvoor niet alleen carte blanche van de overheid, maar ook financiële injecties waar een gewoon beursbedrijf alleen maar van kan dromen.

CNPC is actief in olie- en gaswinning, zowel binnen als buiten China. Met dochterbedrijf PetroChina heeft het ook een beursnotering. Sinopec, van zijn kant, focust meer op raffinage en petrochemische producten, maar is net zo internationaal georiënteerd. Deze bedrijven opereren niet enkel in Azië, maar zijn bijvoorbeeld ook sterk aanwezig in Afrika, het Midden-Oosten en Latijns-Amerika.

Hun buitenlandse avonturen zijn vaak verweven met geopolitieke deals. Denk maar aan infrastructuurprojecten in ruil voor olieconcessies. Je zou kunnen zeggen dat CNPC en Sinopec net zo goed diplomatieke instrumenten zijn als economische spelers. En daar zit meteen de kracht van de Chinese energiepolitiek: de verwevenheid van industrie en staat is geen nadeel, maar een troefkaart.

Welke rol spelen Europese petroleumbedrijven nog?

Ooit stond Europa ook symbool voor oliegrootmacht. Denk maar aan het Britse BP en het Nederlandse Shell. Deze twee spelers maakten furore in het koloniale tijdperk en bouwden hun rijkdom op via exploitatie in onder meer het Midden-Oosten en Afrika. Vandaag zijn ze nog steeds reuzen, maar ze opereren onder een andere vlag.

Shell, officieel Royal Dutch Shell, was jarenlang een symbool van de Nederlandse internationale invloed. Sinds de verhuizing van het hoofdkantoor naar het Verenigd Koninkrijk is dat iets minder het geval, maar de impact blijft. BP is eveneens een naam die wereldwijd klinkt als een klok. Toch is het opmerkelijk dat deze Europese bedrijven zichzelf herpositioneren als “energiebedrijven” in plaats van louter oliebedrijven.

Ze investeren fors in hernieuwbare energie, waterstofprojecten en zelfs windparken op zee. Dat is deels een strategische keuze, maar ook een antwoord op maatschappelijke druk. Milieubewegingen, beleggers en consumenten maken het hen lastig. Je merkt dat de toon van de communicatie bij BP en Shell fundamenteel verschilt van die van bijvoorbeeld Aramco. Waar Saoedi-Arabië vasthoudt aan olie als goud, kijken de Europese spelers stilaan richting een groenere horizon.

Zijn staatsbedrijven in het voordeel?

Een interessante vraag die zich opdringt: zijn staatsbedrijven zoals Aramco en CNPC structureel in het voordeel tegenover private spelers zoals ExxonMobil of Shell? Het korte antwoord: vaak wel. Staatsbedrijven hebben doorgaans toegang tot grotere reserves, minder druk van aandeelhouders en kunnen makkelijker langetermijnvisies doordrukken, zelfs als die tijdelijk verlieslatend zijn.

Bovendien is olie vaak een strategische grondstof. Overheden gebruiken petroleumbedrijven om hun buitenlandse invloed te vergroten, markten te stabiliseren of binnenlandse prijzen te controleren. Private bedrijven moeten ondertussen verantwoording afleggen aan aandeelhouders die vooral dividend en groei willen zien.

Maar er is ook een keerzijde. Staatsbedrijven zijn niet altijd even efficiënt. Ze kunnen verstrikt raken in corruptie, bureaucratie of politieke spanningen. Denk aan PDVSA, het Venezolaanse staatsoliebedrijf, dat ondanks gigantische voorraden aan de rand van het faillissement staat. Private bedrijven hebben doorgaans meer technologische innovatie, meer wendbaarheid en een sterkere drang om te concurreren. Dus het mes snijdt aan twee kanten.

Wat met duurzaamheid en de toekomst?

In een tijdperk waar klimaatverandering op de voorgrond staat, kunnen de oliegiganten zich niet langer verstoppen achter oude retoriek. Zelfs bedrijven als Aramco en ExxonMobil voelen de druk om hun bedrijfsmodellen aan te passen. Sommige doen dat vrijwillig, anderen onder druk van aandeelhouders of wetgeving. Maar de realiteit blijft: de wereld draait voorlopig nog steeds op olie.

Zelf heb ik altijd een haat-liefdeverhouding gehad met dit onderwerp. Enerzijds ben ik gefascineerd door de economische schaal, de geopolitieke machtsverschuivingen en de technologische knowhow die deze bedrijven tentoonspreiden. Anderzijds voel ik ook de wrangheid van een systeem dat vasthangt aan fossiele brandstoffen, ten koste van ecologie, gezondheid en lange termijn welvaart.

Toch zal de toekomst niet zwart-wit zijn. Velen verwachten een hybride wereld: olie en gas zullen nog decennia lang een rol spelen, zelfs als hernieuwbare energie terrein wint. De vraag is niet of, maar hoe snel de omwenteling zal plaatsvinden. En welke bedrijven het lef hebben om zichzelf tijdig opnieuw uit te vinden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *